Wij mensen kunnen zoveel leren van de paarden als het gaat over leiderschap. Paarden kiezen altijd een leider binnen hun kudde. In een natuurlijke omgeving baseren paarden hun leiderschap vaak op eigenschappen die belangrijk zijn voor het overleven en de stabiliteit van de kudde.
“Paarden kiezen geen incapabele leiders.”
De leider van een paardenkudde is meestal het meest ervaren en zelfverzekerde paard, vaak een oudere merrie en wordt meestal gekozen op basis van competentie. Dit paard is niet noodzakelijkerwijs de sterkste of grootste, maar leiderschap bij paarden draait ook om het vermogen om beslissingen te nemen die bij de hele kudde de veiligheid en cohesie van de kudde bevorderen. Het draait om het welzijn en de veiligheid van de groep, waarbij ervaring en vaardigheid belangrijker zijn dan fysieke dominantie of status om status.
Dit paard heeft meestal veel ervaring en kan daardoor de kudde door gevaarlijke situaties leiden. De rest van de kudde vertrouwt hierop. Paarden hebben een complexe sociale structuur waarbij rang en rol voortdurend kunnen veranderen. Dit in tegenstelling bij ons mensen. Daar kan een slechte leidinggevende heel lang in zijn functie blijven zitten. Binnen de structuur in de kudde is de leider meestal degene die het vertrouwen van de rest van de kudde heeft gewonnen door consistent gedrag en het vermogen om te bemiddelen bij conflicten.
Onderlinge relaties
Paarden hechten minder waarde aan status in de menselijke zin van het woord. Hun sociale structuren en hiërarchieën zijn gericht op overleven en welzijn van de kudde, in plaats van persoonlijke prestige en of egoïstisch gedrag. De relaties binnen een kudde zijn gebaseerd op onderling vertrouwen en respect. Dit is belangrijker dan een rigide statusstructuur. Paarden communiceren continu en zeer duidelijk met elkaar door middel van subtiele lichaamstaal en gedragsaanwijzingen, wat helpt om de sociale orde te handhaven.
In tegenstelling tot sommige dieren (en mensen) waar status vaak permanent is en gepaard gaat met privileges, is de status binnen een paardenkudde tijdelijk en taakgericht. Het gaat erom wie op dat moment de beste beslissingen kan nemen voor de veiligheid en het welzijn van de groep.
Paarden streven naar harmonie en samenwerking binnen de kudde. Conflicten worden meestal vermeden of snel opgelost om de stabiliteit van de groep te behouden. De leider speelt hierbij een cruciale rol door conflicten te bemiddelen en de kudde te kalmeren.
Kortom, paarden hechten weinig waarde aan status zoals wij dat begrijpen. Hun sociale dynamiek draait om praktische, overlevingsgerichte factoren en minder om constante machtsposities, belangrijke titels of persoonlijke voordelen. Een paard ziet dat niet en hecht er, in tegenstelling tot ons mensen, geen waarde aan. Het systeem is gericht op samenwerking, gedeelde verantwoordelijkheid en adaptieve besluitvorming.
Leiderschap gaat over respect voor elkaar hebben. Het aangaan van verbinding en gelijkheid. Van hieruit kun je de samenwerking aangaan. En kan de ander jou volgen vanuit vertrouwen en veiligheid.
Daarbij geef je het juiste voorbeeld en consequent gedrag. En juist vanuit het niet aangaan van de verbinding, daar gaat het met regelmaat mis. Juist daarom is het zo fijn om leidinggevenden te laten trainen met de paarden. De paarden laten je haarfijn zien of je de verbinding aan kan gaan.
Uiteindelijk de basis van alle manieren om leiding te kunnen geven.